Thursday, November 06, 2008

De duivelskinderen van Darfur

REPORTAGE, Van onze verslaggeefster Natalie Righton
gepubliceerd op 23 oktober 2008 02:45, bijgewerkt op 23:28

OURE CASSONI, TSJAAD - Duizenden vrouwen in Darfur zijn verkracht. Hun baby’s worden gezien als kinderen van de duivel. Niemand wil ze.

‘Als ik naar mijn kindje kijk, zie ik de ogen van mijn verkrachters soms weer voor me. Drie jaar geleden vluchtte ik voor het geweld uit Darfur richting Tsjaad. Onderweg werd ik aangevallen en meerdere malen verkracht door vier mannen van de Janjaweed. Het was een ervaring uit de hel. Ze hielden een mes tegen mijn keel, weet u, ik kon geen kant op. Een van die mannen heeft mij zwanger gemaakt.’

Ajaba Abdalla Neen (25) vertelt haar verhaal in haar hutje van stro en leem in Oure Cassoni, een vluchtelingenkamp met 32 duizend wanhopige Noord-Darfurianen die de grens van Tsjaad zijn overgestoken. De woestijnwind raast door het kamp.

Vrouwen wachten uren bij de waterpomp en lopen daarna met een jerrycan op het hoofd door de brandende zon terug naar hun tukuls – ronde woningen. Ajaba zit in haar ‘woonkamer’ in het zand. De tweejarige Yusuf scharrelt om haar heen als zijn moeder over zijn verwekking vertelt.

Ajaba is een van de naar schatting 200 tot 300 vrouwen in Oure Cassoni die bruut zijn verkracht door Janjaweed, door Darfurianen ook wel ‘duivels te paard’ genoemd. De Janjaweed zijn Arabische nomadenstammen die met steun van de Soedanese overheid jacht maken op de voornamelijk zwarte boerenbevolking van Darfur. Mannen worden afgeslacht, vrouwen verkracht.

Hoeveel baby’s zijn voortgekomen uit de verkrachtingen is onbekend. Uit schaamte praten vrouwen er nauwelijks over. In Oure Cassoni schatten sociaal werkers dat het om tientallen baby’s gaat.

De zogenoemde Janjaweed-baby’s worden met de nek aangekeken in de Soedanese gemeenschap. Evenals de vrouwen. ‘Mensen zeggen misschien niks in mijn gezicht, maar ik voel hoe ze naar ons kijken. In hun ogen zie ik minachting,’ zegt Ajaba. ‘Kinderen zijn nog gemener. Als Yusuf buiten speelt, duwen andere kinderen hem weg.’ Ajaba houdt Yusuf daarom zoveel mogelijk binnen.

De schaamte en afschuw over het krijgen van een kind van de vijand is zo groot, dat niet alle door de Janjaweed verwekte baby’s blijven leven. Soms worden ze direct na de geboorte gedood door hun moeder. De baby’s worden door de Soedanese gemeenschap gezien als kinderen van de duivel. Niemand wil ze zien of horen. Velen verdwijnen spoorloos.

Ook Fatima (27) werd op 23-jarige leeftijd verkracht door vier mannen, die zij beschrijft als Janjaweed. Fatima doodde het kindje, zeggen familieleden.

‘Haar man is vermoord door dezelfde mannen die haar verkrachtten', vertelt een familielid dat anoniem wil blijven. Hij vond de dode baby van Fatima in een plastic zak in de latrine van het kamp.

Fatima ontkent de geboorte van het kind niet, maar wel de dood. Trots laat ze een driejarig meisje zien dat haar dochtertje zou zijn. ‘Verwekt door mijn man, net voordat de Arabieren hem hebben vermoord’, zegt ze. In werkelijkheid is het ‘dochtertje’ een buurmeisje.

‘Ons geloof verbiedt een kind te doden, dus houdt Fatima tegenover buitenstaanders vol dat het nog leeft. Maar iedereen weet dat het niet zo is,’ zegt het familielid.

‘Ik schat dat een op de drie baby’s geboren uit verkrachting door de Janjaweed wordt gedood door de moeder,’ zegt sociaal werker Khartoum Ismail Achmed.

‘Zoiets gaat in het geheim. Meestal verstikken en begraven de vrouwen de baby. Daarna wordt er nooit meer over gesproken. Het kind is van de ene op de andere dag spoorloos verdwenen.’

Van Janjaweed-baby’s die wel blijven leven, is de toekomst onzeker. Naar school kunnen ze wel, maar daar blijven ze vermoedelijk een buitenbeentje. Trouwen binnen de stam – zoals het hoort volgens de Soedanese cultuur – zal onmogelijk zijn. ‘Mensen vrezen dat als de kinderen ouder worden, ze net zo duivels zullen zijn als hun vaders en zich tegen de Darfurianen keren,’ zegt Awad Nahar, eveneens sociaal werker.

Ook al is de afkomst van de Janjaweed-baby’s voor buitenstaanders niet altijd duidelijk, Soedanezen kunnen het verschil van een afstand zien. Nahar: ‘Een baby van een Arabier pikken we er zo uit. Je ziet het aan de gelaatstrekken.’

Ajaba droomt nog vaak over de dag dat ze verkracht werd, zegt ze met emotieloze blik. ‘Maar ondanks alles hou ik van mijn kind.’ Ze geeft Yusuf een aai over zijn bol en veegt een snottebel weg.

No comments: